Verslagen |
VERSLAG VAN DE PRESENTATIE DOOR ANTON JOOSEN
DD. 14-2-2024 OVER TOMADO (1923-1982)
Anton Joosen was onze gast op Valentijnsdag.
Hij is een geboren verteller (en schrijft overigens ook boeken) wat maar weer bleek uit zijn verhaal over de geschiedenis van TOMADO.
Mensen van onze leeftijd zijn ‘opgegroeid’ met de producten die Tomado produceerde. Producten zoals frietsnijders, strijkplanken (de poten werden nog met de hand kromgetrokken !), snelkookpannen (toentertijd ook nog veel handwerk, want pas later kwam de pneumatiek eraan te pas), etcetera.
De initiatiefnemers van Tomado waren de gebr. Van der Togt uit Gouda. Jan was de zakenman en Willem de techneut.
Op 1-5-1923 vestigde VanderTogt’s Massa Artikelen zich in Dordrecht.
Anton Joosen kwam er als 15-jarig manneke werken als machine-bankwerker op 21-7-1961 en ‘deed iets met ijzer’.Beeldend vertelde hij over de immense hal waarin +/- 300 mannen en vrouwen tegelijk hun werk deden. Er werkten veel Belgen, die zo’n 12 à 13 uur per dag van huis waren! Een 45-urige werkwerk van 9 uur per dag was toen nog gewoon. Zijn weekloon bedroeg 27 gulden!
Er was een duidelijk onderscheid tussen personeel en leiding. De grijze jassen werden aangesproken met ‘meneer’ of ‘baas’ en er werd gefouilleerd bij het weggaan alsof je ongezien met een snelkookpan de deur uit zou kunnen wandelen! Het gebouw was echter revolutionair met z’n vele glas en daarnaast was er veel ijzer en staal gebruikt. Omdat de juiste apparatuur er nog niet was, werd bijv. de fundering nog met de hand gemaakt.
Het begin van Tomado is de uitvinding van een schilder- of behanghaakje van messing. De 1e grote order bedroeg 200 gulden! Nadat er een grote brand uitgebroken was, gingen ze in Zwijndrecht verder.
In 1930 bedroeg de omzet al f. 53.000,-- en in 1950 – nadat de oorlog voorbij was – was de omzet al gestegen naar f. 4.500.000,--.
De grote opmars zette in. De HEMA maar ook Blokker ging producten van Tomado verkopen. Er werd gefabriceerd voor andere maatschappijen zoals Philips. Het was een vol continu bedrijf. Roken op de werkvloer was nog heel gewoon, gehoorbescherming ondanks het vele kabaal was er niet; de Arbowet was er nog niet.
Het verging het bedrijf goed en men zocht een nieuwe locatie. Architect Huig Maaskant (ook de bouwer van de Euromast en de Pier in Scheveningen) kreeg de opdracht en op 4-10-1953 opent Prins Bernhard de nieuwe fabriek in Etten-Leur. Binnen een paar jaar werd Tomado een van de grootste werkgevers in de regio. In 1969 reden er 2514 vrachtwagens, wagons en containers de fabriek uit met o.a. wastangen, onderzetters, jampothouders en boekenplankjes.
In 1970 verlaat Anton de fabriek om elders f. 200,-- meer te gaan verdienen.
Jan van der Togt wordt weggebonjourd vanwege een moeilijk karakter. Hij laat nog wel een museum bouwen genaamd JAN. Metaalfabriek Bekaert uit België neemt de fabriek over in 1971. De teloorgang zet definitief in, want in 1979 werken er nog 672 mensen, in 1982 zijn er slechts 6 over! Honderden mensen kwamen zonder werk te zitten.
Na jaren leegstand kwam Frijado in het pand, maar verliet het ook weer.
Omdat de gemeente Etten-Leur vergeten was om het pand een monumentale status te verlenen is het uiteindelijk tegen de vlakte gegaan. In 1952 was het een kale vlakte, na ruim 70 jaar is het weer een kale vlakte……
Dit is de geschiedenis van Tomado; de opkomst en teloorgang………. voortreffelijk verteld door Anton Joosen.
VERSLAG VAN DE PRESENTATIE DOOR THEO LEERINTVELD OP 13 DECEMBER 2023
Woensdag 13 december hadden wij het genoegen om op onze goed bezochte kerstviering kennis te maken met Theo Leerintveld. Hierbij een verslag van zijn presentatie:
Theo is een echte globetrotter; maar liefst 169 landen heeft hij tot heden bezocht.Hij is bijna altijd onderweg, leeft ‘uit de koffer’ en vertrok daags na onze ontmoeting weer naar Litouwen.Omdat de door hem bezochte landen behoorlijk groot zijn, lieten we een keuze eruit aan hem. Hij besprak en toonde 6 landen, te weten de Baltische Staten, Nepal en India, Noord-Korea, Japan, Iran en Zuid-Afrika. Dat zijn er dus eigenlijk 9, waaruit zijn enthousiasme voor het reizen al blijkt!
Hij begon met de Baltische Staten, die overigens onderling niets of weinig met elkaar te maken hebben, net zo weinig als de Benelux met elkaar te maken heeft. Hij toonde hoofdstad Talinn (Estland) met zijn intacte fortificatie en zijn mooie stadhuis.Hoofdstad Riga (Letland) noemde hij ‘Poetin’stad: 49% zijn Letten en 51% zijn Russen. Het heeft een prachtig stadhuis en het hoogste aantal Art Nouveau-huizen, wel 800.
Litouwen is een kerkelijk, katholiek land met heel bijzondere kerken, 52 zelfs.
De Kruisheuvel is een heuvel ontstaan doordat de Russen telkens de kruizen verbrandden die moeders van gestorven zonen er plaatsten gedurende 200 jaar. Er zijn zo’n 4 miljoen kruizen geplaatst en verbrand. Door al die verbrandingen ontstond er zo een heuvel.
Nepal en India: getoond worden de ghats. Dat zijn tientallen verschillende trappen die uitmonden in de rivier de Ganges.Hier worden de doden begraven. De Hindoes worden verbrand, hoewel dat soms niet helemaal lukt wegens gebrek aan hout. De Ganges is een zeer vervuilde rivier. Toch baden mensen er in en wassen ze hierin hun kleding.
Nepal is natuurlijk bekend om zijn Himalaya. Het is een zeer bergachtig gebied waar de zogenoemde yaks het vervoersmiddel voor alles zijn. Met een filmpje toonde hij hoe een ritje met de bus levensgevaarlijk kan zijn!
Noord-Korea: In 1930 is het door Japan veroverd. Vanaf dat moment is Japan de aartsvijand van de Noord-Koreanen. In 1950 werd het land door de Koreaanse oorlog in tweeën gedeeld.
Kim Jong-un is de onbetwiste leider en wordt aangesproken als Briljante Kameraad of Geweldige Leider. Hij wordt gezien als een levende God.
Tussen Noord- en Zuid-Korea ligt een ijzeren gordijn van 248 km lang en 4 km breed.
Er wapperen de hoogste vlaggen ter wereld van 100 meter hoog.
20 Uur per dag komt er propaganda uit de luidsprekers. Er zijn 11 ondergrondse tunnels van Noord- naar Zuid-Korea en het heeft het op 3 na grootste leger ter wereld. Alle mannen moeten het leger in, de vrouwen regelen het verkeer. Ze slikken allemaal Crystal Meth, een drug, die ze scherp houdt. Kleine kinderen wordt al geleerd om een kalasjnikov uit elkaar te halen en in elkaar te zetten.
Japan: Het heeft een lengte van 3.000 km en 85% ervan is niet bewoonbaar. Op de overige 15% wonen 130.000.000 inwoners. 8% blijft er over voor de landbouw.
Men spreekt er geen Engels. De Japanners zijn zéér gedisciplineerd. Dat blijkt onder andere uit het uitgebalanceerde eten, dat vooral uit vis bestaat. Er ligt een elektrisch treinnetwerk waar treinen met 200 tot 500 km. overheen razen.
Van de 11.000 Geisha’s zijn er nog maar zo’n 400 over. Het is een beroep voor het leven. Als je een Geisha uitnodigt kost je dat tussen de 3.000 en 5.000 euro.
Iran: Het land heeft 85 miljoen inwoners, is 1.200 km lang en is een van de machtigste landen ooit! Het is rijk aan olie en gas en kent geen criminaliteit. Het schijnt een veilig land te zijn voor vrouwen. Echter, vrouwen mogen vooral niet zingen, anders volgt er steniging. Het idee erachter is dat mannen niet verleid mogen worden. Hij toonde een filmpje waarop een vrouw wel zong, maar er moest wel iemand voor op de uitkijk worden gezet.
En tot slot Zuid-Afrika: hij liet ons beelden zien van Johannesburg waar overal graffiti te zien is.
Er leven 8 verschillende zwarte stammen. Tegenwoordig is er sprake van omgekeerde discriminatie: zwarten discrimineren blanken. Hij liet ons een filmpje zien van een universiteit waar te zien was dat mensen van verschillende kleuren elkaar wel respecteerden en met elkaar zongen.
Het was een interessante presentie door Theo Leerintveld. Mochten er avontuurlijke mensen zijn die met hem op reis willen, dat kan. Bekijk dan even zijn website.
Ineke Badura
VERSLAG VAN DE EXCURSIE DD. 31 JANUARI
Woensdag 31 januari vertrokken we met 51 dames naar Hilversum om naar het museum voor Beeld en Geluid te gaan. Omdat we geen files hadden waren we daar al om 11.40 uur.
We konden dus eerst even genieten van de architectuur van het gebouw en daarna van een lunch. De broodjes stonden klaar op gereserveerde tafels waar we geen koffie bij kregen maar sapjes.
Doordat we zo vroeg waren begon ons nostalgisch programma ook wat eerder. We werden ontvangen door een dame, die ook uit Breda kwam en het leuk vond om ons te vertellen over het programma.
Ze vertelde dat op 2 oktober 1951 het eerste TV programma werd gepresenteerd, een film over ‘klokken gieten’, gevolgd door een film over verleden en heden. Tussen deze twee presentaties werd het beeld zwart.
Vervolgens kregen we beelden te zien uit de volgende categorieën:
- drama - jeugd - spel - show en als toetje cabaretiers.
Bij spel zagen we fragmenten van o.a. Te land, ter zee en in de lucht / Wie-kent-kwis / Wedden dat en Love Letters.
Bij show kwamen o.a. Farce Majeur / de Mounties / Voor de vuist weg / Johnny en Rijk en de André van Duinrevue voorbij en niet te vergeten All you need is love.
Drama toonde ons o.a. Ja zuster nee zuster, Dagboek van een herdershond, Zeg eens A en Het schaap met de 5 poten.
Jeugdprogramma’s: Hamelen / QenQ / De film van ome Willem maar ook Sesamstraat / Swiebertje en Paulus de boskabouter / Stuif ‘s in en Hamelen kwamen voorbij.
Als toegift kregen we nog Toon Hermans (24 rozen) / Wim Sonneveld (het dorp) / Wim Kan (een stuk oudejaars conference), te zien en korte stukjes van Koot en Bie / Debiteuren - crediteuren en Lenny Kuhr bij het songfestival 1969.
Het was leuk om die oude beelden terug te zien. Maar dit was het hele programma. Jammer dat we ook niet in het museum konden kijken. Truus heeft beloofd dat we daar nog eens voor terug gaan.
We kregen na afloop nog koffie of thee met een petit four en vertrokken rond half 4 weer naar Breda.
VERSLAG VAN DE LEZING DD. 8 NOVEMBER
Onderwerp: achtergrond van de Bredase straatnaambordjes met extra aandacht voor de stratennaambordjes die naar vrouwen zijn vernoemd
Waarom zijn er in Breda toch maar zo weinig straatnamen vernoemd naar vrouwen?
Dat en meer werd ons verteld door Gerard Otten die werkzaam is geweest bij de Gemeentelijke Archiefdienst van Breda en die het in 1988 uitgegeven boek “De straten van Breda” heeft geschreven en waarin veel straten voorzien zijn van foto’s en de geschiedkundige achtergrond ervan.
Al vroeg in de geschiedenis werden de straten naar de ligging ervan genoemd of naar de gebruikers van de straten. Zoals het Nonnenveld eigendom van de nonnen; Sint Annadreef vernoemd naar Anna van Buren de echtgenote van Willem van Oranje.
Na het slopen van de omwalling van Breda, noodzakelijk door de ingezette industrialisatie, moesten er meer namen voor de uitbreidingen worden bedacht. Zo werd aanvankelijk in 1798 Breda in 6 wijken verdeeld met de letters A t/m F en werden de huizen daarin doorlopend genummerd.
Ook in de gemeenten Princenhage, Teteringen en Ginneken waren de huizen volgens het eenzelfde systeem genummerd. Na de annexatie van de eerder genoemde gemeenten werd gekozen voor de z.g. thematische straatnaamvernoeming zoals bloemen, bomen, vogels. Daarna naar zeehelden, componisten, schilders, dichters, ontdekkingsreizigers. Maar steeds waren het mannen! Zo werd in begin 1950 in het Heuvelkwartier alle straatnamen vernoemd naar de ontdekkingsreizigers.
In de periode 1880-1920 was er de eerste feministische golf. Zo kwam er in Breda de eerste vrouw in de gemeenteraad. Er werden wel straten, lanen of parken naar de vrouwelijk leden van het Koninklijke Huis vernoemd.
In 1957 werden in het Boeimeer nog enkele straten vernoemd naar de oude veldnamen de z.g. toponiemen en in 1959 werd de gehele wijk Doornbos ook vernoemd naar de oude veldnamen.
De grote doorbraak naar het vernoemen van vrouwenstraatnamen kwam pas na 1960 op gang. Zo kwam er in de dagbladen een pleidooi tot stand voor de vernoeming naar vrouwen door o.a. drs. Frans Brekelmans de toenmalige gemeentearchivaris van Breda.
In 1978 was er “De Heksenjacht” waarbij de vrouwen de straatnamen opeisen in Breda.
In maart 1980 stelde de Bredase werkgroep Rooie Vrouwen voor om in Breda straten te vernoemen naar vrouwen die een belangrijke rol gespeeld hebben in de Nederlandse geschiedenis zoals Wilhelmina Drucker, Aletta Jacobs.
In oktober 1980 gingen de Rooie Vrouwen de straat op om niet alleen te eisen het vernoemen van straten naar vrouwen, maar hingen over een aantal discutabele straatnamen -zoals de Paul Krugerlaan en in de omliggende straten- de naambordjes van vrouwen op.
Pas in 1984 nam het gemeentebestuur van Breda het besluit om het Maria Koyenhof en omliggende straten te vernoemen naar vrouwen die in de geschiedenis van Breda een rol hebben gespeeld.
In het grootste gedeelte van de Haagse Beemden werd gekozen voor een groepsgewijze samenhang in de straatnamen waardoor de straatnamen eindigen op -donk, -beemd, -moer etc. Voor deze vernoeming was destijds wethouder van Dun voorstander. Zo was Maria Koyen beter bekend als moeder Neefs die omkwam bij het drama op de Vloeiweide op 4-10-1944 en was het dus logischer geweest om de naam Moeder Neefsplein te kiezen.
Elders in het land was de verhouding in de namen tussen mannen en vrouwen 1:10 maar in Breda 1:35. Anders gezegd Breda had dus een achterstand in te halen!
Bij de bouw van Nieuw Wolfslaar en het aanliggende Bavel zijn er straten vernoemd naar vrouwen bijv. Zuster Boomaarsstraat.
Ook in de in aanbouw zijnde wijken zoals De Faam en in de Belcrum worden vrouwennamen toegepast. Aan de haven komt de Isabellakade.
In de nieuwe wijk bij het voormalige Diaconessenhuis worden de straten vernoemd naar typisch vrouwelijk beroepen van vroeger zoals de Diaconessenweg en de Vroedvrouwenstraat etc.
In 2019 waren er in Breda 341 straten genoemd naar mannen en ca 120 genoemd naar vrouwen op een totaal van ca 2200 straatnamen.
Tot 2040 zullen nog 100 tot 200 straatnamen erbij komen in Breda die grotendeels door “verdichting” tot stand worden gebracht omdat Breda qua oppervlakte niet groter zal worden. Voorlopig zet de emancipatie door en daarmee hopelijk ook het aantal vrouwelijke straatnamen.
Zo zal bijv. het Oranjeplein na de reconstructie van het plein en de wegen erom heen worden omgedoopt tot het Marga Mincoplein. Zij werd n.l. geboren aan de Prins Hendrikstraat.
Het was een leerzame middag over de straatnamen van Breda. Soms wat rumoerig maar dat kwam omdat er veel dames er wat meer over wilden praten; met 61 dames in de zaal loopt het dan eens wat uit de hand.
Ida Clarijs
P.S. Het boek van Gerard Otten “De straten van Breda” is niet meer in de handel te verkrijgen maar er is nog wel een exemplaar op markplaats te koop.
KONINKLIJK NVVH-VROUWENNETWERK Postbus 11 | 3410 CA Lopik | tel. 06-51982065 | Kantoor: centraalbureau@nvvh.nl | Internetsupport: support@nvvh.nl | © NVVH 2024 |